donderdag 7 mei 2009

Hypothesen 3 & 4

Door het delen van werkgerelateerde informatie, kennis ten toon te spreiden in discussies en door ‘aanwezig' te zijn binnen een community kan iemand de aandacht op zich vestigen (McLure Wasko & Faraj, 2000). Hierbij geven de auteurs aan dat iemand op deze manier zijn/haar status binnen de virtual community kan vergroten en zijn reputatie kan versterken. Dit kan vervolgens leiden tot meer kansen in het werkveld. Kollock (1999) geeft aan dat het waarschijnlijk is dat men meer bijdraagt aan de community naarmate het publiek groter wordt en zodoende de bijdrage meer zichtbaar wordt. Wanneer men participeert in een community waar vakgenoten, potentiële werkgevers of klanten aanwezig zijn en de informatiebijdrage zichtbaar is voor een specifiek publiek, lijkt het waarschijnlijk dat men informatie deelt en participeert in discussies om te laten zien welke kwaliteiten iemand bezit. Op deze manier kan men een goede indruk achter te laten bij de deelnemers van de virtual community. Dit vormt de basis van de derde hypothese voor dit onderzoek.

Hypothese 3: De wens meer status te verkrijgen op professioneel vlak leidt tot deelname aan virtual communities.

Het aangaan van sociale contacten is een belangrijke motivatie voor mensen om deel te nemen aan virtual communities. Op basis hiervan lijkt het plausibel dat men via virtual communities meer mensen leert kennen en hier voordeel uit behaalt. Echter, uit onderzoek van Wellman et al. (2001) naar de invloed van internet op sociaal kapitaal van mensen, blijkt dat internet geen stijging of daling teweeg brengt, maar dat offline contacten worden voortgezet op het internet. Dit zou inhouden dat mensen deelnemen aan virtual communities om meer contact te onderhouden met mensen die zij reeds kennen, niet om nieuwe mensen te leren kennen. Het onderzoek van Wellman et al. is gebaseerd op een survey uit 1998, het jaar dat er slechts één netwerksite was (sixdegrees.com, gesloten in 2000) en websites als LinkedIn en Twitter nog niet bestonden (Boyd & Ellison, 2008). Het lijken juist deze sociale netwerk sites te zijn waar men nieuwe mensen kan vinden en contact mee kan onderhouden onder andere op basis van interesses en waarmee discussies gevoerd kunnen worden. De invloed van virtual communities op hoe mensen contact onderhouden en hoe zij met mensen in contact komen lijkt hiermee veranderd. Men kan, alvorens met elkaar in contact te komen, inzicht krijgen in de professionele houding van de andere partij. Door discussies of informatie geplaatst door iemand te volgen, kan men bepalen of iemand zakelijk gezien interessant kan zijn. Ook omdat communicatie via virtual communities geen tijds- en plaats barrières kent, lijkt het waarschijnlijk dat men deze communities gebruikt voor het opdoen en onderhouden van zakelijke contacten. Op basis hiervan is de vierde hypothese geformuleerd.

Hypothese 4: De wens zakelijke sociale contacten op te doen en te onderhouden leidt tot deelname aan virtual communities.


2 opmerkingen:

  1. ik zie hier wel wat in, op mijn netwerksites onderhoud ik voornamelijk ook contacten met personen die ik al ken. Nieuwe contacten zijn vluchtig en hiermee bouw ik weinig vaste relaties mee op.

    Maar om nu te zeggen dat het mijn status verhoogt, en dat ik JUIST daarom op een twitter of linkedin aanwezig ben? ik weet het niet. Ik ben benieuwd wat de uitkomsten zullen zijn.

    Arjen

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hi, thnx voor je reactie! Ja, ik ben inderdaad benieuwd in hoeverre nieuwe, professionele, contacten worden aangegaan op sites als Twitter en LinkedIn of dat het, zoals je zelf aangeeft meer is om bestaande contacten te onderhouden.

    Wat betreft status: ik bedoel het niet in negatieve zin van het woord. Meer dat iemand zich wil laten zien aan de buitenwereld, zich kenbaar wil maken eigenlijk. Wellicht om op die manier beter kansen te krijgen of interessante discussies aan te gaan.

    We'll keep in touch

    BeantwoordenVerwijderen