zondag 22 maart 2009

Waarom deelnemen aan Virtual Communities?

In de wetenschappelijke literatuur is veel gekeken naar wat mensen aantrekt in virtual communities en waarom mensen deelnemen aan communities. (Ahonen et al, 2007: 7). Wat mensen motiveert om deel te nemen aan virtual communities, kan teruggevoerd worden naar de veelbesproken behoeften-piramide van Maslow (1954). Maslow onderscheidt hierin vijf behoeften; fysieke behoeften; de behoefte aan veiligheid en zekerheid; de behoefte aan sociaal contact; de behoefte aan waardering en erkenning en in de top van de piramide, de behoefte aan zelfontplooiing. De aantrekkingskracht van, en motivatie tot deelname kunnen geplaatst worden onder de laatste drie behoeften uit Maslow’s piramide (Hendriks 1999:94).

De antecedenten van deelname aan virtual communities worden in de literatuur verschillend beschreven. Zo benoemen Ridings & Gefen (2004) Information, social support, friendship, recreation, common interest en technical factors. McLure Wasko & Faraj (2000:163) beschrijven antecedenten als tangible returns, intangible returns en community interest, Kollock (1999:228) identificeert informatie, reputatie/status, self efficacy, community interest en altruïsme als motivatiefactoren.

Men vindt informatie in virtual communities die up-to-date is, vaak niet beschikbaar via andere bronnen en anders gewoonweg niet te vinden, op deze manier kan hulp verkregen worden bij specifieke problemen. Daarnaast wordt volgens zowel Kollock (1999:228) als McLure Wasko & Faraj (2000:166) deelgenomen aan virtual communities om een betere reputatie of status te verkrijgen. Door waardevolle bijdragen te leveren, krijgt men meer aanzien in de community wat kan resulteren in nieuwe kansen in ‘real life’. Tevens kan men zichzelf beter ontwikkelen door vakgerelateerde discussies te voeren.

Naast persoonlijk gewin staat ook het belang van de community centraal. McLure Wasko & Faraj vonden dat de informatie die men ontvangt uit de community lijdt tot een morele verplichting om iets terug te doen in de vorm van sociaal en altruïstisch gedrag richting de community. (pp.166-167). Kollock (1999) benoemt een zelfde motivatie en beschrijft dit als 'anticipated reciprocity' (pp. 227). Ook 'sense of efficacy' is volgens Ahonen et al (2007:8) en Kollock ((1999:229) een belangrijke factor, wat wordt gedefinieerd als het idee dat men effect heeft op de omgeving.

Welke antecedenten van deelname aan virtual communities ik in het onderzoek betrek, zal ik benoemen in een volgende post.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten